Dag 13: DYRHÓLAEY-SÓLHEIMAJÖKULL-SKÓGAR-HEKLA-HÁIFOSS-ÞJÓRSÁRDALURNiet ver van Vík kunt u (25 juni-midden augustus) naar Dyrhólaey rijden, om de papegaaiduikers te zien die daar broeden. Het is een weggetje met haarspeldbochten, maar het is de moeite waard! U heeft van hier ook een mooi uitzicht over de gletsjer Mýrdalsjökull (bij goed weer!). Vervolgens kunt u naar de gletsjertong Sólheimajökull rijden en deze van dichtbij bekijken. Hierna bevelen we een stop in Skógar aan: u vindt daar een fantastisch volksmuseum en een schitterende, 60 m hoge waterval (Skógafoss). Hierna rijdt u verder naar de waterval Seljalandsfoss, die een speciale eigenschap heeft, je kunt er achter langs lopen. Hierna rijdt u door het gebied Landsveit, langs de vulkaan Hekla. U kunt in deze streek goed zien dat Hekla een actieve vulkaan is, er zijn allerlei soorten lava en vulkanische as te zien, die van verschillende uitbraken dateren. Daarna is Háifoss aan de beurt. Om deze waterval, IJslands op twee na hoogste, te zien, moet u een stuk over een hobbelig weggetje rijden, maar het is absoluut de moeite waard. Hierna kunt u het liefelijke dal Gjáin bezoeken, en de ruine van een boerderij die in 1104 door een uitbarsting van Hekla verwoest werd. Tenslotte is er de tweeling-waterval Hjálp en dan rijdt u verder door het dal Þjórsárdalur naar uw overnachtingsplaats in de omgeving van Flúðir/Geysir/Laugarvatn.